ANNABEL WEE

ANNABEL WEE

Vele, vele jaren geleden,
In een land aan de zee,
Leefde een meisje, en zij heette,
Misschien zo jij weet, Annabel Wee.
En dat meisje leefde daar enkel maar
Om van mij te houden en ik van haar.

Kind’ren, ik en zij, wij twee,
In een land aan de zee.
Wij beleefden een liefde die meer was dan wat liefde heet,
Ik en mijn Annabel Wee.
Een liefde waar de hemelse engelenschaar
Naar verlangde, die liefde van mij en haar.

En dat is waarom, lang geleden
In een land aan de zee,
Uit een wolk een wind waaide, en verkilde
Mijn mooie Annabel Wee;
En hooggeboren verwanten haar, overleden,
Mij ontnamen; en zij droegen haar mee
Om haar te begraven
In een land aan de zee.

De engelenschaar daarboven, niet half zo blij,
Benijdde haar en mij;
Ja! Dat is waarom ( zo ieder weet
In een land aan de zee)
Bij nacht uit een wolk een wind  waaide,
En verkilde en mij ontnam mijn mooie Annabel Wee.

Maar onze liefde was veel sterker dan de liefde
Van hen die veel ouder waren dan wij twee,
Van hen die veel wijzer waren dan wij twee.
En nooit kunnen de engelenschaar daarboven
Noch de duivels diep onder  de zee
Ooit  scheiden mijn ziel van de ziel
Van de mooie Annabel Wee:

Want telkens bij maneschijn komen  bij mij dromen
Van de mooie Annabel Wee;
En de sterren fonkelen nooit zonder dat ik zie de ogen
Van de mooie Annabel Wee;
En zo, komt de nacht, lig ik zacht zonder geluid,
Naast mijn geliefde, mijn geliefde, mijn leven, mijn bruid,
In haar graf in een land aan de zee,
In haar kuil bij het gedruis van de zee.

GKC, december 2019

E.A.Poe : Annabel Lee

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s