Als wat groot was vaag wordt
Is wat klein was wat je ziet:
Een zonnestraal op het gordijn,
Een vlieg op een appel, een vlek op je hemd. (*)
…
Heimelijk heb je gehoopt,
Dàt zal toch niet waar zijn zeker!
Tot ook die hoop verzwond
In warrige leegte. Vlieg? Vlek?
…
Er staat hier iemand. Wie ben jij? … Wie?
Ogen zien en herkennen niet,
Oren horen en begrijpen niet,
Lippen prevelen en …, …en?… wartaal.
….. Moe, ineengezakt, starend.
….. Het verlossende einde nabij.
(*) G. Stuiveling geïnspireerd
GKC 2021