De ene werd hooggeboren,
D’andere is rijk geworden.
Hij heeft veel spieren
En gij hebt veel verstand.
Die boer heeft veel koeien,
Die stedeling heeft veel huizen.
Zo heeft ieder wel iets
Dat hem gelukkig maakt.
Maar ik heb niets van dat alles,
Toch ben ik rijker dan hen allen.
Want ik heb uw liefde
Die mijn hele leven vult.
…..En toch slaat de schrik mij om het hart,
…..Want verspeel ik die dan ben ik alles kwijt.
GKC, 2022
Sonnet 91 W. Shakespeare