Tekening door Eva Yeoman
“Boe, boe,”
Zei de koe.
“Waarom gaat het hek weer toe?
Altijd word ik opgesloten
In de grote stille wei;
Boertje, ik heb toch mijn poten,
Om te lopen, net als jij!
‘k Wil ook wel eens even wand’len
Door de straten van de stad,
Maar jij houdt me steeds gevangen
Boertje, waarom doe je dat?”
“Bonjour,”
Zei de boer,
“In de weide vind je voer :
Gras en klaver maar voor ’t eten.
Tegen d’avond kom ik weer,
Koetje, heb dan niet vergeten,
Dat ik melk van jou begeer!
Vette kaas en gouden boter
Geeft de groene wei alleen
In de stad… daar woont de slager!
Zeg, daar wil je toch niet heen?”
L. Dorsman en Jac Van der Klei